's-Heerenberg en het Lutheranisme

Geplaatst op maandag 21 december 2015 om 22:57

Het was in het begin van de 16e eeuw. Als een alles vernielende stroom golfde het Lutheranisme over Duitsland, beukte tegen het leergezag van de katholieke kerk, ondermijnde daardoor ook alle eerbied jegens de staat. Zou de beweging voor onze grenzen blijven staan? Gelukkig dat de krachtige arm van Karel V spoedig ingreep! De 20e maart 1521 vaardigde hij het eerste plakkaat uit, weldra door andere gevolgd en tegen 1530 kon men verklaren, dat deze eerste beweging onderdrukt was.

Gevaarlijker was daarna de sekte van de Wederdopers. Evenals Luther wilden zij alléén de H.Schrift, verklaarden zich tegen de verdiensten van de goede werken en verwierpen de aflaat, het celibaat en de biecht. Velen onder het volk voelden zich aangetrokken tot het heftige van deze sekte, die de staat probeerde omver te werpen en een rijk wilde vestigen vol geluk en vrede. Maar ook deze beweging verliep in ons land spoedig, toen scherpe maatregelen genomen werden. Ook in Gelderland trad men krachtig op tegen de "Ketzer oder Viddertoefer".
Vond het Lutheranisme in ons land weinig aanhang, anders lag de toestand In het graafschap Berg. Door de nabijheid van de Duitse grens doken hier telkens verkondigers van het "zuivere evangelie'' op, zodat ook hier gevallen van ketterij voorkwamen.


Nog gevaarlijker werd het, toen graaf Willem IV, beruchter gedachtenis, een huwelijk sloot met Oranje's zuster Maria van Nassau. Haar moeder, Juliana van Stolberg, had haar zeer strenge lutherse ideeën meegegeven, die ze nu op Berghse bodem poogde over te planten. Daarbij was tegenstand van haar man nauwelijks te verwachten.

Zoals velen in het land stond ook hij onder invloed van de geleerde Erasmus, een man met zeldzaam rijke talenten, het hoofd van de Humanen, wiens woorden als orakeltaal beschouwd werden.
Glanzend was Erasmus' stijl, bijtend zijn spot, als hij misstanden hekelde. Ondergroef hij daardoor van de ene kant het katholieke gezag, van de andere kant was hij zeer verdraagzaam tegenover de bestrijders ervan. Juist, omdat zijn gedachten niet diep gingen, werden ze des te gretiger door het volk opgenomen. In tegenstelling met Luther wilde hij echter nooit met de kerk breken.

Het is dan ook te begrijpen, dat zijn aanhangers die nog verdraagzamer dan hij zelf wilden zijn, het mogelijk maakten, dat een kleine groep overtuigde Calvinisten Noord-Nederland ten slotte zouden overheersen.
Ook Willem IV, de graaf met "den kloenen verstanden" onderging diens invloed. Met vraagstukken op godsdienstig gebied wenste hij zijn hoofd niet te breken. De omgang met de zedeloze, verarmde edelen aan het hof te Brussel zal zijn karakter ook niet ten goede gekomen zijn. Een gewillig werktuig werd hij in de handen van zijn vrouw!

Maar in 's-Heerenberg stond de vrome, geleerde pastoor Johannes van Esseren op de bres, om de aanval op de kerk af te slaan. Krachtig werd hij gesteund door alle aanzienlijke parochianen, die achter hem wilden staan. Toen verdachtmakingen niet hielpen, begonnen de plagerijen en eindelijk dwong men hem 's-Heerenberg te verlaten. Nu stelde de graaf een verlopen monnik Hendrik van Delden aan, om het stadje te ''bekeren'' tot het Lutherse geloof. Of Maria van Nassau hierin de hand had? Toch kon men van geen succes spreken, want behalve een paar dienaren van de graaf en enige avonturiers, o.a. Hendrik Visser, vond men geen aanhangers van de nieuwe leer. De zieleijver van pastoor van Esseren droeg vruchten! Over zijn verdere werkzaamheid na zijn terugkeer mogen wij zeker wel verwijzen naar reeds bekende feiten. In 1570 stierf de heldhaftige, heilige priester de marteldood. Niet zonder nut, want dat de parochie en zelfs het gehele graafschap katholiek gebleven is, mag, naast andere oorzaken, zeker ook toegeschreven worden aan het ononderbroken gebed van deze pastoor.

Zeddam

Zwaar, massief stond de moederkerk van Zeddam tegen de helling van het Berghse bos. Voor en na hadden 's-Heerenberg, Beek en Wehl zich losgemaakt. Wijnbergen en Azewijn bleven nog onder haar hoede en hun kapellen werden vanuit Zeddam bediend.
Zo lezen wij in het "Cohier der Verpondinghe over het Landdrostambt Bergh van 1660 tot 1690": "St. Annen-Stede in de Capelle tot Wienbergen behoorende groot 2 morgen; de Heer Dactecom toe de Kemnade solvit 3 gl. 18 st.''
Deze kapel moet dicht bij het tolhuis hebben gestaan en was waarschijnlijk een stichting van de familie Kemenade, die reeds vroeg een adellijk kasteel aan de Oude IJsel bezat, waarvan de toren nog overgebleven is.
De kapel te Azewijn was gesticht door Willem I in 1370 en toegewijd aan de H. Joannes en de H.Antonius, de kluizenaar. Als verplichting werd de pastoor van Zeddam opgedragen: "dy voorgescreven capelle bezijngen en de misse daeryen doen tot sulken daghen en stonden,als he des van staden". Tweemaal per jaar "op Sunte Anthonis ind op Sinte Joerisdoch" begaf de pastoor zich naar de kapel. Op andere dagen werd de dienst door de kapelaan verricht. De hervorming liet later de kapel slopen en de goederen geraakten in protestantse handen.

Beeld: FreeImages.com/Krzysztof (Kriss) Szkurlatowski

Deel deze pagina