De Bus
Geplaatst op maandag 21 december 2015 om 22:29
Uit: Montferland nieuws 1 mei 2001
Een onderwerp dat nog een keer uitvoerig in Old Ni-js het lijfblad van de Heemkundekring behandeld zal worden is het vervoer in Bergh met de bus en tram (de 'Suffe Hendrik').
Tot ver in de jaren zestig hadden diverse grote bedrijven zelf bussen om het personeel thuis op te halen en te brengen. Hoe het er aan toe ging in de bus vertelt Peerke in 1947 in het personeelsblad van zo'n bedrijf.
Na circa een jaar rijden voor deze firma wil ik wel eens het een en ander vertellen van wat ik alzo meemaak met de gezellen van 's-Heerenberg en omstreken.
's Morgens om kwart over vier sta ik op en ben om kwart voor vijf aan de fabriek voor de nachtploeg. Om vijf uur belt de portier en daar komen ze aanhollen: Toon uit Wehl voorop, mooi zwart en slaperig, daarachter de anderen uit Wehl, Zeddam, Kilder, en Braamt, allemaal zwart en slaperig en soms mopperig, maar als ze in de bus zitten ligt de één zo te snurken en de ander te knikkebollen als een beer in de dierentuin! Soms moet ik, als ik stoppen moet op de plaats van de bestemming, ze eerst laten schrikken, dan stop ik maar een beetje slordig, want als ze flink door elkaar geschud worden zijn ze weer voor vijf minuten wakker!
Ben je de laatste kwijt in 's-Heerenberg, dan begin je daar weer aan de dagploeg. Jansen is altijd op tijd. Volkers moet altijd rennen met het brood op zijn vuist en de jas over de arm, en doet niets dan mopperen: "Peerke, wat ben je weer vroeg!" Lange Hans steeds maar loeren of de bus soms al komt, want die kan slecht van huis. Dan naar Bolk. Het eerste wat je daarvan hoort is: "Gekke kerel! Je bent weer veel te vroeg, als ik jou was zou ik morgen om vier uur komen!"
Als dat stel in de bus zit, gaat het naar Lengel om Heuvel en Agelink op te halen. Heuvel is altijd op tijd, maar Agelink bezit de 'eigenste' kwaal als Volkers, altijd hard lopen en nooit op tijd.
Dan naar Zeddam voor vijf man. Ben je drie minuten te vroeg, dan moet je wat horen! "Wacht maar tot zes uur hoor, eerder gaan we niet weg!" Verder is er één bij, die schreeuwt nogal een beetje, ze noemen hem geloof ik 'Toon de Blaffer'. Overigens vind ik het allemaal beste lui. De gebroeders Kniest zijn altijd op tijd en de Kleine Herman was eerst ook altijd even vlug, maar sinds hij getrouwd is loopt hij net of hij zeggen wil: "Kom ik er vandaag niet, dan morgen wel!" en als ik zeg: "Herman, loop eens een beetje vlugger" zegt hij: "De dag is nog lang!" De andere drie zijn altijd op tijd, maar nog wel eens mopperig, als ik een beetje te vroeg ben.
Dan naar Kilder naar de Lange en de Korte. De Lange heeft in de mode altijd buiten het raam te spuwen, maar dat hij uit moet kijken heeft hij laatst ondervonden, toen hij een jongedame op de jurk spuwde! Dat heeft hem een waarschuwing gekost, "nog éénmaal en je kunt lopen!" De Korte, de man met de pruimtabak, heeft altijd goeie zin en is nooit te laat, die stapt in de bus en zegt : "Rijden!"
Dan nog naar Hendrik, de man met de eeuwige glimlach, maar bang voor de bus, want als je op hem af komt vliegt hij als een haas het koren in en dan maar schelden van "Rotpeer, als je op mij loert, dan zeg het maar, dan sla ik je tot mosterd!" Tot slot haal ik dan nog even de Dikke uit Wehl, die is altijd even kalm en op tijd.
Eén verzoek heb ik nog voor mijn passagiers en dat is dit: "Gooi toch alsjeblief niet zo hard met de deur van de bus!", het lijkt wel of ze dat niet verstaan! Verder kunnen we reuzegoed met elkaar opschieten, als je maar doet wat ze zeggen, dan ben je klaar.
Beeld: Antoine Booms