Arbeitslager Kamp Rees

Geplaatst op zondag 13 december 2015 om 17:41

In het televisieprogramma Kruispunt van zondag 2 december 2002 werd aandacht besteed aan de Sinterklaasrazzia in Haarlem. Veel mannen die al lang niet meer thuis durfden te komen, omdat ze bang waren opgepakt te worden om in Duitsland te werk gesteld te worden, dachten dat het rond de sinterklaasviering wel mee zou vallen met controles. Juist toen sloegen de Duitsers hun slag. De mannen werden afgevoerd naar Rees waar ze het zwaar te verduren kregen. Jan Krist schreef er in 1946 al een boek over: 'De hel van Rees: dwangarbeiderskamp'. Een beschrijving van het dagelijkse leven in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog in het Duitse werkkamp Rees. Krist: 'Kamp Rees was een arbeidslager en géén strafkamp [zoals Dachau waar pastoor Galama en kapelaan Van Rooijen omkwamen]. De gevangenen in de strafkampen hadden min of meer het nazidom in de weg gestaan. De gruwelen in de concentratiekampen waren duizendmaal erger dan die bij ons.... maar kamp Rees is voor ons erger dan een hel geweest en dit woord geeft nog niet eens de juiste graad aan van de ontberingen en de ellende die we daar geleden hebben'. In het boek zijn diverse foto's opgenomen die gemaakt werden door wijlen Ger Knipscheer, penningmeester van de Heemkundekring Bergh (hij ontwierp ook het logo van de Heemkundekring). Knipscheer was opgepakt bij de razzia in Apeldoorn op 2 december 1944. De gevangentrein werd op 3 december beschoten waarbij hij gewond raakte en naar Bocholt werd vervoerd. In genoemd boek is een apart hoofdstuk aan de reis van de Apeldoorners gewijd. In Old Ni-js nummer 17 (mei 1990) maakte Knipscheer er melding van. Omdat de dwangarbeiders onvoldoende eten kregen werd door burgers uit - vooral - Megchelen maar ook uit Bergh actie ondernomen. Kamp Rees heeft een grote indruk nagelaten bij de Berghse bevolking. Dat blijkt ook uit de diverse oorlogsgetuigenissen die zijn opgenomen op de site www.heemkunde.nl bij de knop Verhalen. Mevrouw Pothoff uit Azewijn: 'Vaak kwamen er mensen vanuit het werkkamp in Rees om hier voedsel te halen. Ze zaten helemaal onder de luizen en vlooien en zagen er verschrikkelijk uit. Voordat ze binnen kwamen, schudden ze eerst al het ongedierte uit hun kleding. Ze kregen dan erwtensoep en havermoutpap.' Mevrouw Peters-Gasseling vertelt op dezelfde site, dat de pastoor van Stokkum contact had met het kamp. Samen met een onderwijzeres, mej. Scheers bracht hij eten en kleding op een slee naar Rees.
Ook na de bevrijding kwamen veel voormalige dwangarbeiders in Bergh terecht. Onder andere in het kasteel dat door de familie Van Heek als noodziekenhuis ter beschikking was gesteld. Maar ook het klooster van de Witte paters (later Gouden Handen) was als noodziekenhuis ingericht. In 'Er op of er onder' staat een foto op een ongenummerde pagina naast blz 320 met het onderschrift: 'zij die in den nood hielpen. De staf van verpleegsters, verplegers en dokters van het noodziekenhuis te 's-Heerenberg, die o.a. op zoo'n onbaatzuchtige wijze de slachtoffers van het kamp Rees hebben verpleegd.' De Heemkundekring zou graag in het bezit van een duidelijker exemplaar van die foto komen, met de namen.
Helaas konden niet alle dwangarbeiders vanuit Bergh naar hun huis terugkeren. Op de kerkhoven in 's-Heerenberg werden 21 personen begraven uit Apeldoorn, Delft, Den Haag, Haarlem en Rotterdam. Hun namen staan op de site van de Heemkundekring bij de knop Berghse Historie.

Deel deze pagina