Het Rampjaar 1672 - de Fransen verklaren de Nederlanden de oorlog
• Afbeelding: De Franse koning Lodewijk XIV steekt bij Lobith de Rijn over.
Het Rampjaar 1672. Lodewijk XIV koning van Frankrijk en zijn collega's Christoffel Bernard van Galen van Münster en Maximiliaan Hendrick van Keulen verklaren de Nederlanden de oorlog. 'De Regering is Radeloos, het Land Reddeloos en het Volk Redeloos'. De katholieken krijgen hun kerken terug, maar als de vijandelijke legers in 1674 ons land verlaten, denken de protestanten weer de baas te kunnen spelen. Zij nemen de kerken weer in gebruik, maar de roomsen laten zich niet meer knechten.
In 1676 wordt de balans opgemaakt.
De balans wordt opgemaakt van de schade die de Franse oorlog in de stad 's-Heerenberg heeft teweeggebracht. Er wordt opgesteld: een 'Lijste van de verbrande, ledighe en vervallene huijsen in die Stadt s'Heerenbergh, waer van gheene verpondinghe te bekomen is'. Het zijn er in totaal 26, namelijk de huizen van [gealfabetiseerd]:
Bentinck, Guert
Bodden, Claes
Boshuijsen,
Broesecoms, Hendrick
Engelen, Miehiel
Engelsman, Christoffel
Ewick, Evert van
Guerts, Symon
Gijskens, Evert
Holts, Herman ten
Janssen, Cornelis
Metten, Conraedt
Nierman, Wessel
Pastorije
Selbachs, Jan
Schepers, Hendriek
Schremkes, Willem
Snijders (Jansen), Gerrit
Sollingius, schoolmeester
Staels, weduwe
Stoutenborch, de
Verhorst, Herman
Fockincks, Jan
Wetselaers, Jochum (I)
Wetselaers, Iochum (2)
Willems, Jan.
Waar zij precies wonen is niet een-twee-drie vast te stellen. Daarvoor is een grondige bestudering van de archieven van 's-Heerenberg noodzakelijk. De Stoutenborgh stond op de plek waar later het grote huis van Thuijs werd gebouwd en waar nu de Rabobank staat.