Woord van de Maond oktober 2021: moi
Geplaatst op zondag 3 oktober 2021 om 9:07
Mooi en rustgevend noemt iemand op twitter de groet die in Oost-en Noord-Nederland een grote verspreiding kent. Moi wordt, aldus de zegsvrouw, nooit gehaast uitgesproken. “Maak je niet te druk vandaag” is de boodschap.
"Piet zeit altied moj', ook al is 't middag of aovend", lezen we in het Zevenaarse woordenboek Zaenderse Praot. In ‘n Trop Barghse Weurd hoor je Piet zeggen: "Moj, same". Je hoort ook wel de variant mojn, bijvoorbeeld in het Gendringse woordenboek: "Mojn, lekker weer vandaag".
In 2014 berichtte -onze- Henk Harmsen in zijn krant over het initiatief van de streektaalbeweging Boezewind om het ‘moj’ op een hoger plan te tillen. “Het komt erop neer dat gesprekspartners door ‘moj’ te zeggen al bij de eerste groet van elkaar horen of ze in dialect kunnen en willen spreken. Het voorkomt dat pas tijdens een gesprek allebei partijen van elkaar merken dat ze eigenlijk liever dialect spreken.”
Onlangs oogstte taaladviseur en schrijver Wim Daniëls veel reacties en likes op de hierboven al genoemde tweet, waarin hij vertelt dat moj hem “altijd zo mooi in de oren klinkt”. Moj of varianten erop worden zowel alleen ‘s morgens of ook gedurende de hele dag gebruikt. Deze groet wordt vaak als typerend voor de regio gezien. De gemeente Enschede gebruikte het ooit als titel voor zijn personeelsblad. In Noord-Duitsland wordt mojn als groet zelfs verdubbeld tot moin moin en is algemeen gebruikelijk ook bij niet-dialectsprekers.
Moj heeft echter tegenwoordig veel concurrentie vanuit de standaardtaal. Het Wehlse woordenboek Waehls plat wijst daarop in de zin "In plaats van moj, kö'j ook zeggen: goeie mergen, dag, goeie dag samen, hallo". Kan het zijn dat de verwarring met het identiek klinkende mo’j een rol speelt? “Wah mo’j?” (Wat moet je?) is niet bepaald beleefd gevraagd.
Hoe het ook zij, beide versies zijn goede voorbeelden van iets dat in dialecten heel veel voorkomt: samentrekkingen. Gesproken taal neigt naar efficiency, of economie, zo u wilt. Economisch omgaan met het taalmateriaal. Afkorten en inslikken. Dat gebeurt in de standaardtaal, maar nog meer in talen die alleen gesproken worden, zoals straattaal en dialect. Een goed verstaander heeft immers maar een half woord nodig!
Moj is niet moeilijk te ontcijferen. Het woord is simpelweg een afkorting van morgen¨ De groet dient dan als Goede morgen! verstaan te worden. En die is op zijn beurt uiteraard weer een verkorting van een complete zin, die als die uitgesproken zou worden, luidt “Ik wens u een goede morgen toe!”. Maar dat hoor je uiteraard nooit.
De etymologie vertelt ons iets over de geschiedenis van het woord morgen. Het merkwaardige is dat het heel ver terug verwant is met een woord dat duisternis uitdrukt. Als oudste betekenis wordt dan ook ‘schemering’ aangenomen. Via de betekenis ‘komende ochtend’ is het woord uiteindelijk ontwikkeld tot een aanduiding ook voor de hele komende dag. In het Middelnederlands uit de periode tussen 1200 en 1500 komen naast morghen ook marghen, maerghen en merghen voor. Waarmee ook het vandaag de dag nog gebruikelijke verschil in stamklank van dit woord in onze dialecten verklaard moge zijn.
Tenslotte nog even aandacht voor de j in moj. Die zit immers niet in morgen. We hebben hier te maken met een verzachting van de (stemhebbende) g-klank naar de (stemloze) i-klank. In o.a. het Berlijnse en Keulse dialect bijvoorbeeld komt geen g voor. Die wordt telkens in een j veranderd: Guten Morgen wordt Juten Morjen! Een dergelijke verzachting gebeurt in het Nederlands bijvoorbeeld met de d in het woord goed. Die d valt in gesproken taal weg als er een klinker achter komt: Goeie morge!
Tekst: Antoon Berentsen