Woord van de Maond juni 2024: klasseniere
Geplaatst op vrijdag 31 mei 2024 om 16:08 — Laatst bijgewerkt op vrijdag 31 mei 2024 om 17:50
Uit Brabant en ook uit het Liemerse gebied langs de Rijn klinkt mij al jaren het fascinerende woord klasseniere in de betekenis van “praten” in de oren. Ik had het zelf niet in mijn Berghse woordenschat, maar vind het wel in de diverse Liemerse WALD-Telgen, de woordenboeken uit de serie Woordenboek van Achterhoekse en Liemerse Dialecten. Tijd om daar eens een boom over op te zetten!
Cor Swanenberg, “onvermoeibare promoter van de Brabantse streektaal” aldus het Brabants Dagblad, komt in zijn 2008 verschenen “Bij wijze van spreken. Brabantse spreuken vergaard en verklaard” met volgende voorbeeldzin: Daor zitte ze al d'n hillen téd over te klazzineere, en legt uit: “Klazzineere komt van Frans collationer, gewichtig praten.” Frans volgens Swanenberg dus. Het Franse collation betekent echter een hapje tussendoor (bijvoorbeeld ‘viandes froides, gâteaux et fruits de saisons’). Het Italiaanse colazione betekent ontbijt. Zoals bekend is het Frans de voortzetting van het Latijn. Het Latijnse woord collatum betekent vergelijken of bijeenbrengen. Denk aan het woord collecteren. Bij het uit de drukkerswereld afkomstige werkwoord collationeren gaat het om het vergelijken van een kopie met het origineel.
Hoe is dat allemaal te rijmen? Swanenberg, zo blijkt, oriënteert zich aan wat de meeste etymologiewoordenboeken schrijven. Hebben die het mis? Niet helemaal, want al in de middeleeuwen wordt de link met spreken gelegd. Een collacie was volgens een bron uit de 13e eeuw een godsdienstige toespraak. Wat was de link met eten? In een klooster kwamen ‘s avonds de monniken bijeen. Vóór de maaltijd werd er altijd uit een geestelijk geschrift voorgelezen. Zo kwamen spreken en eten bij elkaar.
Het woord is op weg naar Nederlandse dialecten behoorlijk vervormd. Volgens het elektronische Woordenboek van de Nederlandse Dialecten (e-WND) komt het voor in bijna heel het land. Van Vriezenveen in Drente (“We mout der nog wel ies over klassineren we denkt er nog neit geliek over”), tot het Limburgse Thorn (“Op ’t luuegebenkske weurtj hieël get geklasjeneerdj.”) Journalist Frits Abrahams, die onder de kop “Klasjeneren – een bekend tijdverdrijf” in 2011 een artikeltje over dit woord in de NRC schreef, weet te vertellen: “In het Maastrichtse hotel-restaurant In den Hoof hebben ze zelfs een ‘klasjeneerzaol’, waar je voor 17,50 euro per persoon een dagdeel lang kunt klasjeneren.” (Die prijs in 2024 nog steeds dezelfde!) Uit Tilburg komt een, weliswaar ouder citaat dat de verbinding tussen ons Woord van de Maond en de taal van gewone mensen, het dialect, voelbaar maakt: “Na hè'k 't daor meer dan eens meegemokt, dè'k aachter 'n paor meskes liep, die druk on 't klazineeren waren - net as zullie dè kunnen - zoo gewoon op z'n Tilburgsch en potdome zô gaaw as ze in de gaote krege dè't er iemand aachter hullie was, begossen ze ineens in 't ‘Hoog Hollandsch’ za'k mar zegge.” In Twente is het woord een gedicht waard. De Enschedese stadsdichter Dick Schlüter begint - na te kijken op youtube- zijn gedicht “Samen klassineren” in het onrustige jaar 2022 met “Samen klassineren in een rusteloze regelwereld met terugkerende trekkereenheden en telkens ronkende retoriek is het tijd om landelijk te luisteren en te kijken” en eindigt met “zonder omhaal of kapotte taal”.
In Liemers en Achterhoek komt ons woord volgens de WALD-woordenboeken voor als klassineren, klasjeneren en klassiniere. Uit de verschillende voorbeeldzinnen spreekt telkens weer een ander aspect van klasseniere. Ons Trop Barghse Weurd benadrukt de gezelligheid: "Op de mark staon ze altied met zo'n droemeltje te klassenie:re". In Neede werd een zin opgetekend die wijst op druk en veel praten: “Jan was wier ‘s aan ‘t woord; ik zae: Keerl, wat kön iej klasisneern; iej wet der ok toch alles of.“ In Gendringen lijkt alleen nog het kletsen als een kip zonder kop over te blijven van wat ooit een stichtend verhaal aan een kloostertafel was: "In 't klasjeneren is Evert aardig goed, maor door he'j 't dan ook met gehad".
Tekst: Antoon Berentsen