Woord van de Maond juli 2023: betieds
Geplaatst op vrijdag 7 juli 2023 om 17:08
De zomer maakt loom. Hij leidt dit keer ook tot een vertraagde afhandeling van mijn maandelijkse zelfopgelegde verplichting om op de website van de Heemkundekring Bergh mijn licht te doen schijnen over een al dan niet passend dialectwoord. Het woord ‘betieds’ lijkt me in deze omstandigheden een uitstekende keuze. Het drukt immers uit dat je bij alles de tijd in de gaten moet houden.
Zoals bekend wordt de lange ij in ons dialect -en niet alleen in het onze- als ie uitgesproken. ‘Tijd’ wordt dan als ‘tied’ geschreven. Echter niet met een dubbele punt achter de ie, want dan zou de ie lang uitgesproken moeten worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld in ‘kie:ke’.
Achter de transformatie van die ij naar een ie zit een verhaal. Het Nederlandse alfabet is afgeleid van het Latijnse. Beide kennen ze geen ij, maar wel een y. Het Middeleeuwse Nederlands sprak de woorden die wij nu met een lange ij schrijven als ie uit. Geschreven werd een i. Als die i lang moest worden uitgesproken, verdubbelde men hem: sc(h)iint (‘schijnt’). Later kreeg de tweede i een haaltje: j. Dat deed men ook omdat er in de Middeleeuwen vaak geen punt op de i werd gezet en ii soms verward werd met de u. Die ij was vaak inwisselbaar met de (Griekse) y: cleyn/cleijn. Toen de ij de uitspraak ‘ei’ kreeg, ontstond er soms verwarring, ook over de uitspraak van de y. In de 19e eeuw werd de spelling wat duidelijker geregeld: koffy/koffij werd koffie. En: de Lymers wordt pas in de 20e eeuw overeenkomstig de uitspraak als Liemers geschreven.
Het dialect -we zagen het al vaker- conserveert dus niet alleen oude woorden, maar ook oude uitspraak. Niet alleen bij de ‘ij’. Ook de ‘ui’ blijft zoals die was: een ‘uu’.
Het dialectwoord ‘betieds’ voldoet geheel aan wat hierboven over de evolutie van ie naar ij gezegd is: Het standaardnederlandse woord is immers ‘bijtijds’. Het dialect laat geen enkele van de twee ij-klanken gelden. De ene wordt een stomme e; de andere een korte ‘ie’.
Het woord als zodanig is dus niet specifiek dialect. Maar wanneer sprekers van de standaardtaal het steeds minder gebruiken en vervangen door de andere combinatie van voorzetsel+zelfstandig naamwoord, door ‘op tijd’, dan wordt het woord als vanzelf in het domein van het dialect getrokken.
Het staat dan ook vermeld in ons woordenboek ’n Trop Barghse Weurd.: "Ik gao vanaovend betieds naor bed". Net als in dat van het Gelders Eiland ("Mak ow now betieds klaor, aanders kom gi-j wer te laot op schol"), en dat van Gendringen, van Wehl, van Zevenaar en van andere plaatsen in het Kleverlands dialectgebied in Nederland en Duitsland (van Venlo tot Cuijk, van Rees tot Kleef). Ook in woordenboeken uit het Nedersaksisch gebied (‘bi-jtieds’, ‘bietieds’).
De volgende vakantiemaand augustus vraagt erom het Woord van de Maond ‘betieds’ in te sturen. Afgesproken!
Tekst: Antoon Berentsen