Woord van de Maond februari 2021: wierig
Geplaatst op donderdag 4 februari 2021 om 21:57
“Is ‘wierig’ een Barghse term?” was in januari de vraag in de facebookgroep ‘Je bent een ‘s-Heerenbergenaar…”. De wel dertig reacties varieerden tussen “nooit van gehoord”, “hoor je niet zo vaak” en “zeker wel”. Reden dus om het woord eens aan de tand te voelen.
Het bijwoord wierig staat inderdaad in Henk Harmsen’s Berghse woordenboek uit 1982. Als betekenis staat daar: ‘gezond, levendig, kras’. Zo kent eigenlijk iedereen, die op facebook reageerde, die term. Als meest extreem was daar de vertaling ‘adhd’ te lezen. Een Berghs woord, maar uiteraard niet typisch alleen voor het Berghse land. Het woord is in de woordenboeken uit de Liemers van Westervoort tot Gendringen (“Waes niet zo wierig; gao ‘s röstig zitten!”) en verder in die van heel Noord- en Oost-Nederland te vinden.
In de term ‘beweging’ lijken alle gevonden betekenissen samen te komen. Zelfs de haardos, het weer en het graan op de velden kunnen wierig zijn. Dat dit begrip veel synoniemen kent, zal duidelijk zijn. Alleen al in het WALD (Woordenboek van Achterhoekse en Liemerse Dialecten) zijn talloze varianten te vinden. In de Liemerse Telgen van het WALD wordt o.a. ook het woord kiepig met als betekenis vlug, lenig genoemd. “Jannao is ‘n kiepig deerntje” schreef Wim Winands in “Woorden en Weurd uut de grune Grensgemeente Gendringen (1999).
Een van de respondenten op de ‘s-Heerenbergse facebookpagina stelde terecht dat het om een Nederlands woord gaat. Als zo vaak ‘bewaren’ dialecten standaardnederlandse woorden langer als de standaardtaal zelf. Het woord staat dan ook in de rubriek ‘vergeten woorden’. Maar met de teloorgang van het dialect zal het bij ons intussen ook behoorlijk zeldzaam zijn. Mooi dus, dat zovele facebook-schrijvers de vraag oppakten en hun herinneringen aan het woord vertelden. “Mien dochter is zwanger van ‘n wierig kind,” meldt een van hen. Een ander hoort het zijn vader nog zeggen over het kleinzoontje in de maxi-cosi: “Wat is hi-j toch ‘n wierig kind!” Mooi ook dat de Gaanderense basisschool “Wis en wierig” het woord in haar naam opnam, al legt ze deze beide vergeetwoorden nergens op haar website of in de schoolgids uit.
Over de herkomst van het woord valt bij Van Dale te lezen dat het al in de 18e eeuw voorkomt in de betekenis van ‘levenslustig, dartel’. Het zou afgeleid zijn van een oud werkwoord ‘wieren’ dat (rond-)draaien betekende. Je denkt gelijk aan ‘zwieren’. Dat draaien zit ook in het Engelse woord ‘wire’ (metaaldraad), in het Nederlandse ‘(zee-)wier’ en in het werkwoord ‘winden’ in de betekenis van ‘vlechten’. De bekende dialectoloog Toon Weijnen (1909-2008) stelt in zijn etymologisch dialectwoordenboek dat het woord in zijn kern ‘krachtig’ betekent en ook aanwezig is in het Latijnse ‘vis’ (meervoud ‘vires’) dat ‘kracht’ betekent.
Als naam komt ‘Wierig’ vooral in Noord-West Duitsland voor. In Nederland vinden we vooral varianten met uitgang -ing (Wiering, Wieringa). Met name in het aan Duitsland aanliggende Noord-Oosten. Martin Wierig doet zijn naam eer aan. Hij werd in 2019 Deutscher Meister in het discuswerpen, een heel beweeglijke sport.
Dat laatste wil helaas niet zeggen, dat het Duitse wierig dezelfde betekenis heeft als het Nederlandse woord. De Duitse term bevat het element duurzaamheid en betekent zoiets als bestendig. Tegenwoordig komt het vooral voor als ‘langwierig’, iets dat lang duurt. Maar het draagt ook de negatieve connotatie ‘moeizaam’ met zich mee.
Zullen we dan maar het zwierige wierig in onze woordenschat vasthouden? Het radio1-programma De Taalstaat op de zaterdagochtenden kent certificaten toe aan mensen die vergeetwoorden indienen. Met het certificaat boven je bed ben je dan verplicht het betreffende woord levend te houden!
Lees verder op de Dialectpagina >>>
Tekst: Antoon Berentsen