Woord van de Maond december 2024: voos
Geplaatst op zaterdag 30 november 2024 om 14:05
In een filmportret over Alex Berntsen, de man van Riek die in 2016 hun bakkerij in Azewijn dicht deed, gebruikt die het woord voos om de toestand van de wegen in en om het dorp uit te drukken. Alouis Geerling schreef daarover op facebookpagina LiemersDialect: “In Azem was ‘t ‘n gebruukeleke uutdrukking bi-j de boere in de jore viefteg en zesteg. De meeste waege ware nog zand en grindwaege. In de harfsdag, de winter en in ‘t veurjoor wiere ze natteg en zach en wiere dan voos genuump.“
Andere dialectsprekers reageerden en stelden dat ook appels voos kunnen zijn. Of tamme kastanjes en beukenootjes als ze leeg blijken te zijn. Ook mensen kunnen voos zijn als een papagaai of als een knol. En wel na een avondje borrelen als ze ‘s morgens met een kater opstaan.
Wie het woord naslaat in een woordenboek van het Nederlands vindt volgende betekenissen c.q. synoniemen: 1) bedorven, 2) beurs, 3) flauw, 4) gevuld maar slap, 5) krachteloos, 6) ledig, 7) leeg, 8) met geen of te weinig sap, 9) moreel bedorven, 10) niet in orde, 11) ongezond, 12) rot, 13) smerig, 14) sponsachtig, 15) taai, 16) week.
Niet te vinden is het woord voos echter in de Liemerse woordenboeken in de serie Telgen van het WALD. In de ‘grote’ WALD-woordenboeken, die thematisch en niet alfabetisch opgebouwd zijn, wordt voos genoemd voor de Achterhoek tussen Zelhem en Winterswijk. Het is ook al te vinden in de woordenlijst die de Zutphense archivaris R.W. Tadama in het begin van de 19e eeuw opstelde: VOOS – zonder kracht, krachteloos. “Die grond is voos”. “Voze knollen” (knollen die door het lange liggen of door de vorst hun kracht verloren hebben). Zo kwam dus de uitdrukking “zo voos als een knol” in de wereld.
Het woord voos komt in het Nederlands vaak voor in combinatie met vies en vuil. En precies daarmee is het ook verwant. Ze hebben dezelfde stam in het oude germaans. Het drukte toen ook al uit dat hout, vlees of gewassen vermolmd, saploos en bedorven waren.
Al met al geen echt verrassende geschiedenis en ook geen typisch dialectwoord, al had Tadama het opgeschreven. Hoe komt het dan toch dat dit woord door sommigen wel als dialectwoord wordt ervaren? Heeft het ermee te maken dat het woord op dingen slaat, of beter gezegd: sloeg, die mensen in hun jeugd meemaakten en nu weinig meer voorkomen? De jeugd op het platteland, waar iedereen dialect sprak en waar landbouw en veeteelt een in elk geval qua beroepsbevolking groter deel van het leven uitmaakten.
Tekst: Antoon Berentsen en Veldwerkgroep Dialect