Woord van de Maond augustus 2024: gewarre
Geplaatst op woensdag 31 juli 2024 om 18:19
De leden kennen hem inmiddels, onze verre neef in Helsinki. Regelmatig meldt Marcel Messing in de HKB-Nieuwsflits vanuit zijn verre woonplaats wat hij allemaal aan onze Berghse encyclopedie met de naam Berghapedia heeft toegevoegd. Laat hem daar maar begaan. Hij doet het op zijn manier en dat is kats goe:d! Voor kats moet de geachte lezer bij het Woord van de Maond van November 2018 zijn, want deze maand laat ik graag Marcel voorgaan. Hij reikte me voor nader onderzoek het woord gewarre aan. Die handschoen neem ik dankbaar op, want ik had al gelijk door dat ik hier weer een nieuw woord aan de lijst Duits>Barghs kon toevoegen. Op die lijst van ontleningen aan het Duits kom ik t.z.t. nog eens terug.
Het was niet gemakkelijk om platpraoters te vinden die net als Marcel ons Woord van de Maond kennen en ook gebruiken. Maar het staat wel degelijk in ons woordenboek Trop Barghse Weurd, dus mag ik ervan uitgaan dat het in onze streek voorkomt c.q. -kwam. Niet alleen in het Berghse woordenboek, maar ook in alle andere Liemerse woordenboeken wordt het vermeld.
Wat “gewarre” betekent, kan gemakkelijk uit de context worden begrepen. Hier een aantal van de voorbeeldzinnen uit die Liemerse woordenboeken:
- Och, wi-j laote 't maor gewarre. Gi-j könt d'r toch niks tege doe:n. (Bergh)
- Laot dat now maor gewarren; i-j zult zien dat 't van eiges weer goed kump. (Gendringen)
- Loh mar gewarre; dor hoe'j ow nie druk over te make. (Rijnwaarden)
- Laot 'm mor gewarre, dén redt zich wel. (Zevenaar)
- Laot Mietje toch gewarre; ze kump d'r van eiges wel achter dah ze 't niet allenig kan doen. (Westervoort)
Zoals ik in mijn introductie hierboven Marcel Messing laat begaan, zo laten al onze woordenboeken de medemens gewarre. Het woord met de betekenis “iemand zijn gang laten gaan” en zijn soms vriendelijke, soms onverschillige ondertoon komt in de grote Van Dale niet voor. Daar vindt men met een heel andere betekenis het werkwoord “gewaarworden”. Nee, het is overduidelijk ontleend aan het Duits. Daar komt de stam “gewähr” in allerlei varianten voor. Het werkwoord “gewähren” betekent “verlenen”: “jemandem etwas, was er erbittet oder wünscht, aus Machtvollkommenheit großzügigerweise geben, zugestehen“, zegt het Duitse woordenboek. (Zelf verzonnen) voorbeeldzin daarbij: Der neue Ministerpräsident der Niederlande, Dick Schoof, gewährte unserem Reporter in seiner Haager Residenz ein Interview. De combinatie met het werkwoord laote in onze dialectzinnen is ook in het Duits gebruikelijk: Was sich in der Ukraine anbahnt, wenn wir Putin einfach gewähren lassen, ist erschreckend klar. (in de krant Die Welt van 16.04.2022)
In een iets andere betekenis treedt gewarre zowel hier als in Limburg als volgt op:
- Ik kan d'r nie:t met gewarre, da'k egaal zovöl belasting mot betale. (Bergh)
- Kénste dermit gewaere? (Sittard)
Het Sittardse woordenboek vertaalt het met “Kun je ermee klaarkomen?“, maar dat lijkt mij wederom een germanisme(!)
Je schrijft gewähren met een a, maar vanwege de umlaut op die a spreek je een è uit. Dat lijkt mij de reden dat gewarre in andere grensstreken ook met de è-klank voorkomt: Laot ’m gewaere (laat ’m zijn gang maar gaan; laat ’m met rust) staat er in het woordenboek van het witte stadje Thorn. In de Achterhoek horen we die e-klank bijwoordbeeld in Winterswijk: Wi-j heb van dee kinder niks te lasten. Wi-j doot der zo maor met hen. Hee deut ‘t mi-j neet helendal nao ‘t zinne, maor ik laote ‘m geweern. En in diezelfde streken komen ook varianten met een o voor: geworre/geworde.
Volgens het etymologisch woordenboek heeft het middelnederlandse gheworden de betekenissen: worden, ontstaan, geschieden, begaan. We lezen uit die tijd (van circa 1250 tot 1550) ook de combinatie lâten ghewerden. Niet zo vreemd dus allemaal. Het huidige Nederlandse werkwoord worden is het Duitse werden, waarvan het voltooid deelwoord ook nog eens geworden is! Al met al zou je uit het laatste ook kunnen concluderen, dat onze dialecten het gewarre/gewere/geworre niet uit het Duits hebben, maar dat ze een oude gemeenschappelijke taalvorm bewaren! Niet de eerste keer dat we die conserverende functie in ons dialect ontdekken.
Tekst: Antoon Berentsen