Woord van de maand april 2019: duiven
Geplaatst op zondag 7 april 2019 om 14:46
Volgens de logopedistes, waarmee ik tijdens mijn opleiding geconfronteerd werd, kon ik er niets van. Ik sprak de Nederlandse ui-klank uit als ui-j. Ze wilden me leren, hoe ik die ui zonder j op het eind moest uitspreken. Dat ging me te ver. Ik leerde immers niet voor leraar Nederlands en die ui interesseerde me ook niet. In mijn moedertaal hadden we die immers niet nodig. Daar kwamen we met de u prima rond.
Hoe kom ik daar nu op? Onlangs mocht in voor de Historische Kring Duiven-Groessen-Loo een verhaal houden over het Liemerse dialect en in het bijzonder over dialectverlies. Dat is in Duiven bijzonder actueel, want het dialect is daar geheel uit het straatbeeld verdwenen.
Bij de voorbereiding van mijn praatje merkte ik op dat de Duivenaren hun plaats met een Nederlandse ui-klank uitspreken en niet met een u zoals de Huissenaren dat met hun plaats doen. Hoe komt dat, vroeg ik me af. Het lijkt er op dat Duiven meer dan Huissen vernederlandst is. Letterlijk door de enorme bevolkingsgroei van 500% sinds 1950, maar ook figuurlijk door het afzweren van de ui. Dat laatste gaat zelfs zo ver dat men de vogel, die in het Nederlands duif heet, tot mascotje heeft verkozen. De dialectklank u verschijnt alleen nog als folkloristisch element in o.a. het festijn dat sinds tien jaar elke laatste zondag van september plaatsvindt: "Duuve te gek."
Het betreft helaas zowel een taalkundig als een historisch misverstand.
Het Nederlands kent een drietal tweeklanken (au/ou, ij/ei, ui), waarvan met name de klank ui het moeilijkst uit te spreken is, niet alleen voor buitenlanders! Voor die uitspraak moeten immers twee commando’s tegelijk uitgevoerd worden: de tong moet zowel laag in de mond als hoog in de mond zijn. Geen wonder dat in dialecten de ‘zuivere’ ui-klank niet voorkomt. Ofwel wordt het één klank: een uu in het oosten van het land, of een ui-j zoals ik hem probeerde. Het is interessant op te merken dat de ui en ook de ij tot zeker in de 17e eeuw niet als tweeklank (diphtong), maar als één klank (monophtong) werden uitgesproken. Ons dialect heeft die uitspraak aangehouden en is niet meegegaan met de later opgetreden diphtongering vanuit de Zuidelijke Nederlanden.
Dat de Duivenaren hun dorpje Duve noemden, was voor de Duivense, uit Kleef afkomstige burgemeester Johann Wilhelm Koch (1760-1833) zo klaar als een klontje. Hij was immers onderwijzer geweest, voordat hij in de ambtenarij terecht kwam. Hij werd tenslotte burgemeester, toen Duiven -net als Huissen- nog tot Kleef, d.w.z. tot Pruissen, behoorde. Dat bleef zo, ook onder Frans en uiteindelijk na 1815 onder Nederlands bestuur. Zijn sympathie voor de Liemerse mensen moet groot geweest zijn: Hij zocht naar een mogelijkheid om de plaatsnaam zo te spellen, dat die overeenkwam met de dialectuitspraak. Aanvankelijk was het Duven, maar na een paar dagen werd het Duiven. Zo voorkwam hij dat de uitspraak Doeven werd. De letter i in Duiven dient net als bij Huissen, Loil en Oisterwijk als verlengingsteken gezien te worden. De spelling Duiven leverde dus de uitspraak Duuve -met een lange u- op! Zolang de Duivenaren plat spraken, was er niets aan de hand. Maar heden ten dage is de verwarring compleet! De plaatsnaam komt namelijk van het Oudgermaanse thuba, d.w.z. van het verkleinwoord daarvan thuvine . Dat was de term voor een natuurlijke verhoging in het land. Duiven ligt namelijk op een rivierduin of donk.
Wie overigens wil weten waar het Nederlandse woord ‘ui’ vandaan komt, raadpleeg: http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/ui
>>> Dialectpagina
Tekst: Antoon Berentsen