Antoon van Hooff
Geplaatst op vrijdag 20 november 2015 om 20:37
Op 3 augustus 2004 overleed Antoon Jozef Jacques Johan Maria van Hooff, directeur van Burgers Dierenpark. Zijn grootouders Johannes Gerhardus Hendrikus Burgers en Maria Franciska Theodora Erwig startten in 's-Heerenberg op de hoek Peeskesweg en Schaapskooiweg met de dierentuin. Antoon van Hooff hield in 1988 een lezing voor de leden van de Heemkundekring Bergh. Er waren plannen voor een nieuwe lezing, maar die kon helaas vanwege zijn ziekte niet doorgaan. In Old Ni-js nummer 3 en 15 staat de 's-Heerenbergse periode van Burgers Dierenpark beschreven (zie namenregister bij knop Lijfblad, Old Ni-js nummer 3).
In Old Ni-js jaargang 7, nummer 15 (december 1989) staat een artikel, getiteld: Schijnwerper op Antoon van Hooff. Naar aanleiding van het bezoek aan Burgers' Bush op zaterdag 3 juni 1989 hebben wij een artikel uit ' De Zonnebloem ' van oktober 1987 bewerkt. Op 26 mei 1988 heeft Antoon van Hooff voor de leden van onze Heemkundekring een lezing gehouden over Burgers' Dierenpark. De lezing ging over het ontstaan van het park in 's-Heerenberg, de verhuizing naar Arnhem, de opzet van parken in het algemeen en Burgers' Dierenpark in het bijzonder. Over de oorlogsjaren en over de verandering van inzichten heeft de spreker uitvoerig gesproken. Natuurlijk kwam de primeur aan de orde: Burgers' Bush.
"Huisdieren kunnen voor ouderen uitstekende gezellen zijn op een tocht, die in een vrij groot isolement kan eindigen", aldus Antoon van Hooff.
Als Antoon van Hooff het heeft over huisdieren, dan bedoelt hij de echte huisdieren. "Dat zijn dieren die al heel lang in mensenhanden zijn en die door de mensenhand, via een ingewikkeld kweekproces, de vorm hebben gekregen die zij vandaag de dag hebben. Dieren die de mensenhand in hun bestaan nodig hebben. Vooral honden en katten dus. Dat geldt beslist niet voor wat ik ' mode-huisdieren ' zou willen noemen, zoals papegaaien en schildpadden. Die vind ik voor dat doel pertinent niet geschikt. Men moet zich overigens wel realiseren, dat een huisdier de eigen bewegingsvrijheid beperkt. Men kan niet dagenlang van huis zijn en het dier in de steek laten. Anderzijds geven dieren een stimulans om zelf actief te blijven. Honden immers moeten worden uitgelaten en zij hebben regelmatig verzorging nodig."
Dat Antoon van Hooff niet alleen boeiend over huisdieren kan vertellen, is vooral de televisiekijkers al heel lang bekend. In het begin van de jaren zestig was hij voor het eerst te zien in het programma van Willem Duys: ' De vuist '. De relatie met de AVRO die daardoor ontstond, resulteerde in het programma ' Zoo-Zoo ', waarvan niet minder dan vijftig afleveringen werden uitgezonden. De laatste in 1968. "Ik kreeg het toen veel te druk in de dierentuin, omdat in die tijd het Safaripark werd aangelegd. Toch had ik nog regelmatig contact met de televisie. Met name met de NCRV, waar ik meewerkte aan een programma van Tanja Koen. Op 23 oktober 1976 werd voor de eerste keer ' Ja, natuurlijk ' uitgezonden. Ik heb daarvan nu een kleine negentig uitzendingen achter de rug, terwijl er ook tientallen speciale afleveringen zijn geweest onder de titel: ' Ja natuurlijk, Extra '.
Het optreden voor de televisie heeft uiteraard mijn bekendheid en die van het park vergroot. Maar het belangrijkste van het televisiewerk vind ik, dat het een ideaal verlengstuk is van de taak die je als dierentuindirecteur hebt. Die taak bestaat niet alleen in het bieden van recreatie, maar o.a. ook in het geven van voorlichting en informatie. Dat kun je door middel van de televisie op een prachtige manier doen. Het plezierige daarbij is dat je gedwongen wordt allerlei dingen op te zoeken en na te slaan. Dat je je literatuur moet bijhouden. Normaal kan dat gemakkelijk versloffen, omdat je het te druk hebt met andere zaken.
Een ander voordeel van het verschijnen op televisie is dat je intensief in discussie komt met kijkers. Al was het maar omdat zij je in het park, maar ook op straat aanspreken. Je krijgt dan dikwijls interessante opmerkingen te horen en dat kan er weer toe leiden dat je bepaalde dingen in de tuin aanpast of wijzigt."
Het Burgers Dierenpark, officieel Burgers Zoo-Safari, stamt uit 1913. Jan Burgers, de grootvader van Antoon van Hooff had al een hele tijd allerlei dieren verzameld. Op aandringen van zijn vrienden stelde hij belangstellenden in de gelegenheid naar zijn collectie te komen kijken.
"Dat was", vertelt Antoon van Hooff, "niet in Arnhem, maar in 's-Heerenberg, vlakbij de Duitse grens. Het park werd het jaar daarop geopend. Er zijn in de loop van de tijd natuurlijk uitbreidingen geweest, maar met de grootste operatie zijn wij op dit moment bezig: de bouw van een oerwoudhal met een oppervlakte van 90 bij 150 meter. Dat is ongeveer zo groot als twee voetbalvelden. De hoogte wordt 20 meter. Maart 1988 zal de hal, waarin een compleet tropisch bos wordt ondergebracht, officieel worden geopend bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het park.
